VOEDSEL- EN DIERVOEDERVEILIGHEID

Risicobeoordeling diervoeders vereenvoudigd

Zeven overkoepelende organisaties die zich inzetten voor de diervoederindustrie hebben gezamenlijk een nieuw hulpmiddel ontwikkeld voor het berekenen van residuen van pesticiden in producten die uitsluitend voor diervoeders worden gebruikt. Deze nieuwe tool voor risicobeoordeling zorgt voor vereenvoudiging en harmonisatie bij bedrijven, inspecteurs en andere geïnteresseerden. Caroline Emmen, directeur van het Comité van Graanhandelaren, is trots op het gemeenschappelijk resultaat.

Regelgeving
Om te kunnen garanderen dat een product veilig kan worden geconsumeerd, moeten alle grondstoffen voor voedingsmiddelen in Europa voldoen aan regelgeving. De Pesticideverordening heeft als doel de milieu- en gezondheidsrisico’s van pesticiden te beperken en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. De richtlijn geeft wettelijke normen voor de consumptiegewassen (voedsel en diervoeder), de zogeheten: Maximale Residu Limieten (MRLs). Dit zijn de maximaal toegestane gehaltes van de werkzame stof in of op een agrarisch product, op het moment dat het product op de markt wordt gebracht.


Uitzondering
Caroline Emmen: ‘In deze Europese regelgeving wordt echter een uitzondering gemaakt voor producten die uitsluitend voor diervoeders gebruikt worden. Dat zorgt ervoor dat het in het geval van diervoeders niet gemakkelijk is om zeker te weten of bepaalde stoffen wellicht een risico vormen. Om die vaststelling te vergemakkelijken hebben Het Comité van Graanhandelaren, MVO, Nevedi, OPNV, SecureFeed, VDDN en VERNOF gezamenlijk gewerkt aan een hulpmiddel dat de beoordeling van deze categorie producten harmoniseert en vereenvoudigt. Met name Audrey Rensen, die werkzaam is bij Cefetra, en Odette van Mackelenbergh van Viterra, hebben veel werk verzet en een digitale rekenmodule ontwikkeld. Vervolgens hebben we daar een webbased applicatie van laten maken.’


De applicatie is afgestemd met de NVWA en openbaar toegankelijk en kan gratis worden gebruikt door bedrijven, inspecteurs en andere geïnteresseerden. Uiteraard blijft het bedrijf dat dit hulpmiddel gebruikt primair verantwoordelijk voor het op de markt brengen van veilige producten.