2019 in beeld - activiteiten en resultaten

meI

MVO updatet informatiekaart over inname van vetzuren aan de hand van nieuwe VCP-gegevens

Ter Perse verschenen

MVO ontvangt Amerikaanse handelsdelegatie National Renderers Association 

MVO bij Netwerkevent Comité van Graanhandelaren en Nevedi

Ambtenaren NVWA en Europese Commissie bezoeken MVO-sector in Rotterdamse haven

Gebruik palmvetzuren in rantsoen melkvee gecontinueerd

In het krachtvoer van runderen worden vetten gebruikt om het energiegehalte van het voer en het vetgehalte van de melk van de koeien te verhogen. Dit zijn de zogeheten bypass-vetten. Palmitinezuur (C:16) is het belangrijkste vetzuur in melkvet. Eind 2017 namen de zuivelorganisatie NZO en de diervoederindustrie (Nevedi) tijdelijke voorzorgsmaatregelen, omdat het melkvet te hard werd. Bypass-vetten mochten een periode niet worden gebruikt. Deze maatregelen zijn per 20 april jl. beëindigd. Onderzoek heeft aangetoond dat niet het gebruik van palmvet bepalend is voor de verwerkbaarheid, maar dat er meerdere oorzaken kunnen zijn.


In de wintermaanden is melkvet wat harder dan in de zomer. Tijdens de weidegang is de vetzuursamenstelling van het rantsoen anders dan in de winter. Daarom is boter gemaakt van zomermelk gemakkelijker smeerbaar dan winterboter. De maatregelen van NZO en Nevedi waren bedoeld om eventuele problemen, als gevolg van de hardheid van melkvet, bij de verwerking van melk tot vetrijke zuivelproducten (zoals kaas) tijdens de wintermaanden te voorkomen. De voedselveiligheid was niet in het geding.


Monitoring van boerderijmelk heeft uitgewezen dat de hardheid van het melkvet de afgelopen wintermaanden niet kan worden toegeschreven aan het gebruik van palmvetzuren. MVO heeft dit steeds benadrukt. Het is de C:16 die de samenstelling van de melk verandert en deze kan uit verschillende bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld ook uit dierlijk vet. Goed onderbouwde data ontbreken. MVO heeft bij Nevedi en NZO aangegeven met elkaar over dit onderwerp in gesprek te willen blijven.

Met Kamercommissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamen­werking naar Colombia

MVO bij 50 jaar Solidaridad

Gebruik palmvetzuren in rantsoen melkvee gecontinueerd

In het krachtvoer van runderen worden vetten gebruikt om het energiegehalte van het voer en het vetgehalte van de melk van de koeien te verhogen. Dit zijn de zogeheten bypass-vetten. Palmitinezuur (C:16) is het belangrijkste vetzuur in melkvet. Eind 2017 namen de zuivelorganisatie NZO en de diervoederindustrie (Nevedi) tijdelijke voorzorgsmaatregelen, omdat het melkvet te hard werd. Bypass-vetten mochten een periode niet worden gebruikt. Deze maatregelen zijn per 20 april jl. beëindigd. Onderzoek heeft aangetoond dat niet het gebruik van palmvet bepalend is voor de verwerkbaarheid, maar dat er meerdere oorzaken kunnen zijn.


In de wintermaanden is melkvet wat harder dan in de zomer. Tijdens de weidegang is de vetzuursamenstelling van het rantsoen anders dan in de winter. Daarom is boter gemaakt van zomermelk gemakkelijker smeerbaar dan winterboter. De maatregelen van NZO en Nevedi waren bedoeld om eventuele problemen, als gevolg van de hardheid van melkvet, bij de verwerking van melk tot vetrijke zuivelproducten (zoals kaas) tijdens de wintermaanden te voorkomen. De voedselveiligheid was niet in het geding.


Monitoring van boerderijmelk heeft uitgewezen dat de hardheid van het melkvet de afgelopen wintermaanden niet kan worden toegeschreven aan het gebruik van palmvetzuren. MVO heeft dit steeds benadrukt. Het is de C:16 die de samenstelling van de melk verandert en deze kan uit verschillende bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld ook uit dierlijk vet. Goed onderbouwde data ontbreken. MVO heeft bij Nevedi en NZO aangegeven met elkaar over dit onderwerp in gesprek te willen blijven.

Voedselveiligheidssysteem crush- en raffinagesector goedgekeurd door NVWA

YOF bijeenkomst Erasmus Universiteit over geopolitieke risico’s

Gebruik palmvetzuren in rantsoen melkvee gecontinueerd

In het krachtvoer van runderen worden vetten gebruikt om het energiegehalte van het voer en het vetgehalte van de melk van de koeien te verhogen. Dit zijn de zogeheten bypass-vetten. Palmitinezuur (C:16) is het belangrijkste vetzuur in melkvet. Eind 2017 namen de zuivelorganisatie NZO en de diervoederindustrie (Nevedi) tijdelijke voorzorgsmaatregelen, omdat het melkvet te hard werd. Bypass-vetten mochten een periode niet worden gebruikt. Deze maatregelen zijn per 20 april jl. beëindigd. Onderzoek heeft aangetoond dat niet het gebruik van palmvet bepalend is voor de verwerkbaarheid, maar dat er meerdere oorzaken kunnen zijn.


In de wintermaanden is melkvet wat harder dan in de zomer. Tijdens de weidegang is de vetzuursamenstelling van het rantsoen anders dan in de winter. Daarom is boter gemaakt van zomermelk gemakkelijker smeerbaar dan winterboter. De maatregelen van NZO en Nevedi waren bedoeld om eventuele problemen, als gevolg van de hardheid van melkvet, bij de verwerking van melk tot vetrijke zuivelproducten (zoals kaas) tijdens de wintermaanden te voorkomen. De voedselveiligheid was niet in het geding.


Monitoring van boerderijmelk heeft uitgewezen dat de hardheid van het melkvet de afgelopen wintermaanden niet kan worden toegeschreven aan het gebruik van palmvetzuren. MVO heeft dit steeds benadrukt. Het is de C:16 die de samenstelling van de melk verandert en deze kan uit verschillende bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld ook uit dierlijk vet. Goed onderbouwde data ontbreken. MVO heeft bij Nevedi en NZO aangegeven met elkaar over dit onderwerp in gesprek te willen blijven.

MVO minisymposium voedselveiligheid over Codex Alimentarius

Nieuwe editie MVO Magazine verschenen

Gebruik palmvetzuren in rantsoen melkvee gecontinueerd

In het krachtvoer van runderen worden vetten gebruikt om het energiegehalte van het voer en het vetgehalte van de melk van de koeien te verhogen. Dit zijn de zogeheten bypass-vetten. Palmitinezuur (C:16) is het belangrijkste vetzuur in melkvet. Eind 2017 namen de zuivelorganisatie NZO en de diervoederindustrie (Nevedi) tijdelijke voorzorgsmaatregelen, omdat het melkvet te hard werd. Bypass-vetten mochten een periode niet worden gebruikt. Deze maatregelen zijn per 20 april jl. beëindigd. Onderzoek heeft aangetoond dat niet het gebruik van palmvet bepalend is voor de verwerkbaarheid, maar dat er meerdere oorzaken kunnen zijn.


In de wintermaanden is melkvet wat harder dan in de zomer. Tijdens de weidegang is de vetzuursamenstelling van het rantsoen anders dan in de winter. Daarom is boter gemaakt van zomermelk gemakkelijker smeerbaar dan winterboter. De maatregelen van NZO en Nevedi waren bedoeld om eventuele problemen, als gevolg van de hardheid van melkvet, bij de verwerking van melk tot vetrijke zuivelproducten (zoals kaas) tijdens de wintermaanden te voorkomen. De voedselveiligheid was niet in het geding.


Monitoring van boerderijmelk heeft uitgewezen dat de hardheid van het melkvet de afgelopen wintermaanden niet kan worden toegeschreven aan het gebruik van palmvetzuren. MVO heeft dit steeds benadrukt. Het is de C:16 die de samenstelling van de melk verandert en deze kan uit verschillende bronnen afkomstig zijn, bijvoorbeeld ook uit dierlijk vet. Goed onderbouwde data ontbreken. MVO heeft bij Nevedi en NZO aangegeven met elkaar over dit onderwerp in gesprek te willen blijven.