HANDELSPOLITIEK

Akkoord EU-Mercosur stuit op protectionisme Tweede Kamer


In de huidige periode van mondiale geopolitieke spanningen is het - in het belang van grondstoffenzekerheid - belangrijk dat Nederland en de EU de handelsrelaties met democratische en bevriende landen verder versterken. Eén van de belangrijkere regio’s voor de essentiële aanvoer van grondstoffen naar de EU is Mercosur (Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay).


Ondanks deze constatering blijft het in juni 2019 door de Europese Commissie (EC) en Mercosur-landen overeengekomen vrijhandelsakkoord de gemoederen bezighouden. De ratificatie van deze overeenkomst is door de EC al ruim drie jaar ‘on hold’ gezet, met name vanwege het Braziliaanse klimaatbeleid en onvoldoende bescherming van het Amazone-gebied onder President Bolsonaro. De recente inauguratie van de Braziliaanse President Lula da Silva - die de bescherming van het klimaat hoog in het vaandel heeft staan - biedt partijen een nieuwe kans om dit brede handelsakkoord uit het slop te trekken.


De Tweede Kamer lijkt op het terrein van internationale handel echter steeds verder af te drijven van de traditionele liberale koers. Protectionistische of populistische keuzes vanuit het Nederlandse parlement op dit terrein leveren inmiddels geen verbazing meer op.

Oliën en vetten

Voor de oliën- en vettensector is deze overeenkomst interessant omdat de EU en betrokken Zuid-Amerikaanse landen hierin heldere afspraken hebben gemaakt over de (geleidelijke) afschaffing van invoerrechten op oliën, vetten en aanverwante producten (w.o. lecithine, vetzuren en biodiesel). De EU-invoer van sojabonen en -meel is ongeacht de oorsprong al sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw vrijgesteld van douanerechten (bindende GATT/WTO-afspraken). Dus hierbij zullen geen veranderingen optreden. Verder is Argentinië bereid om de gedifferentieerde exportbelastingen op sojaproducten (bonen, olie, meel en biodiesel) geleidelijk te verlagen en de tarieven op deze producten te harmoniseren. De handelsovereenkomst bevat ook een uitgebreid hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling.


Zorgen over duurzaamheid of protectionisme?

Zoals gezegd, de in 2019 overeengekomen tekst omvat al een gedegen hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling. Ook heeft het onafhankelijke London School of Economics (LSE) in opdracht van de EC in maart 2021 een meer dan 400 pagina’s tellende duurzaamheidseffectbeoordeling over de EU-Mercosur overeenkomst gepubliceerd. Eén van de conclusies van de LSE is dat er geen significante ontbossing of uitbreiding van de landbouwareaal wordt verwacht als resultaat van dit verdrag. Om nog verder tegemoet te komen aan de eisen van critici heeft EU-handelscommissaris Dombrovskis toegezegd dat een ‘additional sustainability instrument’ aan de tekst van het akkoord zal worden gehecht. Vertegenwoordigers van de EU-lidstaten hebben vorige week voor het eerst vertrouwelijk inzicht gekregen in dit document.


Tweede Kamer

De Tweede Kamer is niet overtuigd. Sterker nog, de Tweede Kamer lijkt niet écht geïnteresseerd in de inhoudelijke verbeteringen die bij dit akkoord op het terrein van duurzaamheid worden gezet. Nog voordat EU-commissaris Dombrovskis de tekst van het ‘sustainability instrument’ heeft gepresenteerd, heeft een ruime meerderheid van de Tweede Kamer op 23 februari jl. een motie ingediend waarin het kabinet wordt verzocht om een EU-Mercosur-verdrag waarin landbouw is opgenomen te blokkeren. Een dergelijke handelsovereenkomst zonder landbouw zal voor de Zuid-Amerikaanse landen niet acceptabel zijn en is bovendien in strijd met de ‘substantially all the trade’-regel (WTO). De Tweede Kamer (commissie BHOS) houdt op 9 maart a.s. een rondetafelgesprek waarbij zij zich door bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen en internationale diplomatie zal laten informeren. Uit de recent ingediende motie, waarover naar alle waarschijnlijkheid op 7 maart a.s. wordt gestemd, lijkt te kunnen worden opgemaakt dat de Tweede Kamer zich naast het traditioneel protectionistische Frankrijk zal scharen.


Europese besluitvorming

Als de EC besluit om het handelsdeel van de brede EU-Mercosur overeenkomst af te splitsen, dan is aan EU-zijde een meerderheid in het Europees Parlement en een gekwalificeerde meerderheid in de EU Raad van Ministers voldoende om deze overeenkomst het groene licht te geven. Weerstand van enkele protectionistische landen (Frankrijk, Ierland, Oostenrijk én Nederland?) zou dan geen obstakel hoeven op te leveren. Medio juli a.s. staat er een top van de EU en Latijns-Amerikaanse landen op de agenda. Dan zal duidelijk moeten zijn of er een serieuze ‘window of opportunity’ is voor deze overeenkomst.