DUURZAAMHEID

Themabijeenkomst ontbossingsvrije toeleveringsketens

Samenwerking nodig voor werkbare invulling EU-verordening 

Samen optrekken is noodzakelijk om de komende maanden tot een werkbare en praktische invulling voor het betrokken bedrijfsleven te komen. Tot deze conclusie kwamen de sprekers en deelnemers aan de themabijeenkomst over de EU-verordening ontbossingsvrijetoeleveringsketens die MVO, Het Comité van Graanhandelaren en Nevedi op 21 februari jl. in Breukelen voor hun leden organiseerden.

Tijdens de goed bezochte bijeenkomst gaven verschillende sprekers hun kijk op de doelstelling, de totstandkoming en implementatie van de EU-verordening die een verbod bevat op de invoer van producten als soja, palmolie, cacao, rubber, vlees en koffie die gelinkt zijn aan ontbossing.


Kansen
De aftrap van de themabijeenkomst werd gegeven door Henk Flipsen, directeur Nevedi, die in zijn openingswoord namens de drie organisaties aangaf dat, nu de verordeningstekst nagenoeg definitief is, bedrijven gebaat zijn bij concrete richtlijnen hoe te kunnen voldoen aan de eisen. Verder benadrukte hij: 'De gewenste ontwikkelingen worden in Nederland gestuurd door de markt en de overheid. De retail wil een lagere carbon footprint en de overheid richt zich op de eiwittransitie. Dat biedt kansen om ontbossingsvrije soja en palm, waarbij geen ontbossing optreedt, een meerwaarde te geven door het gunstig effect op de berekening van de carbon footprint, omdat er geen sprake is van land use change.'


Overheid en bedrijfsleven
Van de zijde van het Ministerie van LNV werd door Ralf van de Beek, directeur internationale agribusiness en voedselzekerheid, en door Julius Seinen, beleidsmedewerker verduurzaming agro-grondstoffen en IMVO, o.a. een toelichting gegeven op de doelstelling van de verordening en de vereisten waaraan het bedrijfsleven moet gaan voldoen. Ralf van de Beek benadrukte daarbij dat 'de Nederlandse overheid bij de bespreking van de EU-verordening vooral gepleit heeft voor samenwerking met herkomstlanden. Dit onderdeel is uiteindelijk in de tekst opgenomen.' Seinen gaf daarbij aan dat 'ook voor de Nederlandse overheid de EU-verordening nog punten bevat die verdere uitwerking behoeven. Het ministerie wil graag samen optrekken met het bedrijfsleven om van elkaar te leren'.


Zorgvuldigheidseisen
Meriam Wortel
, coördinerend specialistisch inspecteur NVWA, nam daarna het stokje over om in te gaan op de eerste contouren van het toezicht op deze EU-verordening. 'Het advies is vooral om eerst het stelsel van zorgvuldigheidseisen en rapportage op te stellen. De zorgvuldigheidsverklaring (Due Diligence Statement) is slechts het eindresultaat van dit systeem'.


Uitvoerbaarheid
Om de uitvoerbaarheid in de praktijk nader te bekijken waren als gastsprekers Bas Geerts, Head of Sustainability bij de Cefetra Group B.V. en Daphne Hameeteman, Sustainability Lead Europe bij Wilmar Europe Holdings B.V. aanwezig. Bas schetste de complexiteit van de sojaketen en daarmee ook de drempels die nog beslecht moeten worden door bedrijven om te kunnen voldoen aan de verordening, zoals de geolocatie bepaling. Hij gaf aan dat 'het bedrijfsleven geholpen zou zijn met richtlijnen voor de verschillende grondstoffen'.


Zowel hij als Daphne hielden een sterk pleidooi om bij de naleving ook gebruik te kunnen maken van bestaande certificeringsschema’s en/of richtlijnen. Daphne lichtte aan de hand van de palmolie handelsketen verder nog toe dat er 'grote zorgen zijn om de kleine boeren die niet kunnen voldoen aan de eisen van de wetgeving en uit de keten zullen worden geweerd'.


Duidelijkheid gewenst
In de daarop volgende discussie onder leiding van Frans Claassen, directeur MVO, tussen de sprekers en de aanwezige leden in de zaal bleek dat er nog veel vragen zijn hoe concreet invulling te geven aan de vereiste Due Diligence. Claassen benadrukte dat het doel van de wetgeving helder is en door de industrie breed gedragen wordt. 'Er is echter sterke behoefte aan meer duidelijkheid over interpretatie en implementatie. We maken ons onder andere ernstige zorgen over effecten voor kleine boeren in de productielanden. Europa moet overheden en producenten in de herkomstlanden constructief blijven ondersteunen om aan deze wetgeving te kunnen voldoen'.


Samen optrekken
Bij de afronding van de themabijeenkomst vatte Caroline Emmen, directeur Het Comité van Graanhandelaren, het als volgt samen: 'Nu de EU-verordening in de steigers staat, is het cruciaal om als industrie samen met het ministerie van LNV en de NVWA op te trekken, zodat de nieuwe verordening praktisch uitvoerbaar is voor alle schakels in de keten. MVO, Nevedi en het Comité, en onze Europese koepels Fediol, Fefac en Coceral blijven daarnaast onderling en gezamenlijk communiceren met de Europese Commissie. Alleen effectieve en praktisch uitvoerbare maatregelen kunnen zorgen voor behoud van ecosystemen en een einde aan ontbossing wereldwijd.'


De presentaties van de bijeenkomst zijn beschikbaar voor leden van MVO, Het Comité van Graanhandelaren en Nevedi. MVO-leden vinden deze hier.