DUURZAME GRONDSTOFFEN

DASPO, RSPO en WWF:
samen naar duurzame ketens 

Het webinar Samen naar duurzame ketens bracht ruim zestig DASPO-leden bijeen voor een actuele update over Europese regelgeving, ketentransparantie en duurzame palmolie. Met bijdragen van RSPO en WWF gaf de bijeenkomst een helder overzicht van de kansen, knelpunten en praktische oplossingen voor het verder verduurzamen van internationale ketens.

Het webinar ‘Samen naar duurzame ketens’ bracht ruim zestig leden van de bij DASPO aangesloten (branche)organisaties samen voor een update over Europese wetgeving, ketentransparantie en duurzaamheid. De bijeenkomst, georganiseerd door DASPO (Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil) met bijdragen van sprekers van de RSPO en het Wereld Natuur Fonds (WWF), werd geopend door Jolanda van Roon (MVO/DASPO). Zij lichtte kort de rol van DASPO toe, dat sinds 2010 de transitie naar duurzame palmolie stimuleert. Inmiddels is 83,5% van de in Nederland gebruikte palmolie in voedingsmiddelen RSPO-gecertificeerd.


‘De Nederlandse voedingsmiddelenindustrie gebruikt al voor 83,5% RSPO-gecertificeerde palmolie, we zijn er nog niet.’
— Jolanda van Roon, MVO/DASPO


Europese regelgeving en de Omnibus-discussie

Ruben Brunsveld (Deputy Director EMEA, RSPO) schetste de belangrijkste Europese duurzaamheidswetgevingen: de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Forced Labour Regulation (FLR), de Green Claims-richtlijn en de Empowering Consumers Directive (ECD). Hij wees op het feit dat verschillende Europese regels niet altijd op elkaar aansluiten, wat heeft geleid tot de zogeheten Omnibus-discussie, waarin de Europese Commissie probeert wetgevingspakketten meer complementair te maken, met volgens sommige NGO’s het risico op afzwakking van bestaande ambities.


‘De Omnibus moet vereenvoudiging brengen, maar er is ook terecht zorg dat duurzaamheidsambities worden afgezwakt.’
— Ruben Brunsveld, RSPO


Bij de European Deforestation Regulation (EUDR) verwacht Ruben verdere vertraging, gezien de huidige posities van Raad en Parlement. Omdat verordeningen zoals de EUDR direct van kracht worden, vraagt dit om tijdige voorbereiding aan de kant van bedrijven. Volgens Ruben leidt de onduidelijkheid in het huidige voorstel, waarin in april 2026 een herziening is voorzien, tot een ‘lastige spagaat’, waarbij bedrijven enerzijds gevraagd wordt te investeren in systemen maar anderzijds er later nog weer nieuwe voorwaarden kunnen worden gesteld.


RSPO als wereldwijd multistakeholderplatform

Vervolgens schetste Ruben de positie van de RSPO, een platform met inmiddels ruim 6000 leden in 105 landen. RSPO bestaat uit zeven ledencategorieën — van producenten en handelaren tot NGO’s en financiële instellingen — en heeft 20% van de wereldwijde palmolieproductie inmiddels gecertificeerd, waarvan bijna de helft naar Europa gaat.


‘RSPO is geen industrieclub; onze kracht ligt juist in het feit dat NGO’s, producenten, handelaren en banken gezamenlijk aan tafel zitten.’
— Ruben Brunsveld, RSPO


Ruben lichtte de drie RSPO-certificeringsstandaarden toe: de Principles & Criteria voor plantages en fabrieken, de Independent Smallholder Standard voor kleine boeren en de Supply Chain Certification Standard voor alle schakels ná de molen. Deze standaarden worden gecontroleerd door onafhankelijke auditoren en omvatten thema’s zoals arbeidsrechten, biodiversiteit, ‘free, prior and informed consent’, waterbeheer, bodemgezondheid en gender.


Shared Responsibility

Naast productie- en ketenstandaarden kent RSPO het Shared Responsibility-principe: ook downstream bedrijven moeten jaarlijks rapporteren over hun gebruik van duurzame palmolie en over stappen om hun aangekochte volume te verhogen. Dit betekent dat niet alleen producenten, maar ook verwerkers, handelaren, retailers en merkeigenaren concreet moeten aantonen welke duurzame volumes zij inkopen en hoe zij die jaarlijks opschalen. De bijbehorende scorecards zijn openbaar en stimuleren bedrijven om structureel vooruitgang te boeken.


RSPO en EUDR: overlappend maar niet gelijk

RSPO-certificering vervangt de EUDR niet, benadrukte Ruben. De twee systemen overlappen, maar hanteren andere definities. De EUDR werkt met een numerieke bosdefinitie (≥0,5 ha, >5m hoog, >10% kroonbedekking), terwijl RSPO naar ecosysteemwaarde en biodiversiteit kijkt (HCS-HCV). Hierdoor kan een gebied door de RSPO wél als bos worden gezien maar onder de EUDR niet, of andersom. Bedrijven blijven dus altijd zelf verantwoordelijk voor risicoanalyse en due diligence.


‘Waar de EUDR zich beperkt tot ontbossing, legaliteit en traceerbaarheid, bestrijkt RSPO een veel breder spectrum aan mensenrechten, milieu en sociale voorwaarden.’
— Ruben Brunsveld, RSPO


Prisma: één platform voor RSPO- én EUDR-data

Een belangrijk nieuw hulpmiddel voor bedrijven is Prisma, het handel- en traceerbaarheidssysteem van RSPO. In dit platform kunnen producenten niet alleen RSPO-informatie maar ook EUDR-data, zoals polygoongegevens, uploaden. Downstream gebruikers kunnen deze documentatie direct opvragen wanneer bijvoorbeeld de NVWA hierom vraagt. Prisma voorkomt zo dubbele administratie en ondersteunt bedrijven bij efficiënte naleving van de EUDR.


‘Met Prisma ondersteunen we bedrijven praktisch: één systeem voor zowel RSPO-informatie als EUDR-gerelateerde documentatie.’
— Ruben Brunsveld, RSPO


Mass Balance: sector vs. EU-definitie

Ruben verduidelijkte de verwarring rond Mass Balance (MB). De Europese Commissie ziet Mass Balance als het mengen van EUDR-compliant met EUDR-non-compliant materiaal, wat onder de EUDR verboden is. De sector zelf definieert Mass Balance echter als een mix van gecertificeerd en niet-gecertificeerd volumes. Dat mag onder de EUDR, mits wordt aangetoond dat álle ingevoerde volumes legaal en ontbossingsvrij zijn. De RSPO standaard vereist ook van het niet gecertificeerde deel van MB dat het wettelijk geproduceerd en ontbossingsvrij is en dat de herkomst bekend is. Daarmee is de RSPO goed gepositioneerd om de leden te ondersteunen met EUDR-compliance.


‘Mass Balance is niet verboden onder de EUDR, maar vraagt wel om volledige aantoonbaarheid dat ook niet-gecertificeerde volumes legaal en ontbossingsvrij zijn.’
— Ruben Brunsveld, RSPO


Green Claims en de Empowering Consumers Directive

Een belangrijk knelpunt voor bedrijven is de aankomende Empowering Consumers Directive. Deze zal strengere eisen stellen aan duurzaamheidsclaims op verpakkingen en marketinguitingen. Ruben benadrukte dat alleen robuuste duurzaamheidsschema’s die voldoen aan specifieke eisen straks nog op de Europese markt mogen opereren en dat claims alleen mogen worden gebruikt als zij duidelijk en correct worden gespecificeerd op hetzelfde medium (bijvoorbeeld verpakking). RSPO organiseert maandelijkse informatiesessies waarin leden worden bijgepraat over claims, regelgeving en administratieve verplichtingen en andere ontwikkelingen in Europa.


WWF: palmolie in de context van biodiversiteit

Sandra Mulder (WWF-NL), bijgestaan door Marcella Bos, plaatste de palmoliediscussie in een bredere ecologische context. Op basis van het Living Planet Report schetste zij hoe biodiversiteit wereldwijd onder druk staat en hoe ontbossing, infrastructuur en economische ontwikkeling leiden tot versnippering van leefgebieden. Palmolieproductie is een van de factoren die deze druk versterken.


‘Als we niets doen, verliezen we nog meer natuur. De urgentie om de keten te verduurzamen is enorm.’
— Sandra Mulder, WWF-Nederland


Sandra benadrukt dat palmolie niet per definitie het probleem is: het gaat om de manier van produceren. Niet-duurzame productie kan leiden tot verlies van biodiversiteit, illegale ontbossing en conflicten met lokale gemeenschappen. Duurzame productie is daarom essentieel.


Voorbeelden uit de praktijk

WWF illustreerde dit met praktijkvoorbeelden uit Indonesië waar bedrijven aan kunnen bijdragen: in Kalimantan werkt de organisatie aan het herstel van ecologische corridors om versnipperde bosgebieden opnieuw met elkaar te verbinden, terwijl op Sumatra kleine boeren worden ondersteund via Hamurni, een traceringstool waarmee boeren kunnen aantonen dat hun palmvruchten niet van recent ontboste percelen afkomstig zijn. Deze projecten laten zien dat natuurherstel, het betrekken van kleine boeren en ketentransparantie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.


‘Transparantie over herkomst van palmolie is cruciaal. Zonder inzicht kun je geen risico’s beheersen.’
— Marcella Bos, WWF-Nederland


Vier strategiepijlers van WWF

WWF werkt in producerende landen volgens vier strategische pijlers: Protect, het beschermen van bestaande natuurgebieden; Produce, het duurzaam, legaal en zonder ontbossing verbouwen van palmolie; Restore, het herstellen van gedegradeerde landschappen en het opnieuw verbinden van boscorridors; en Regenerate, het versterken van ecosystemen door verbeterde bodemgezondheid, waterkwaliteit en koolstofopslag.


Palm Oil Buyers Scorecard

De Palm Oil Buyers Scorecard beoordeelt bedrijven wereldwijd op hun beleid, inkoop en transparantie. In de laatste editie reageerde meer dan de helft van de 285 bedrijven niet, wat WWF zorgwekkend vindt. De gemiddelde score van deelnemende bedrijven was 14,7 van de 24 punten — te laag om echte transformatie te realiseren.


‘De Nederlandse markt was jarenlang koploper, maar we zien dat bedrijven in andere landen nu sneller stappen zetten.’
— Sandra Mulder, WWF-Nederland


Nederlandse bedrijven golden lang als koplopers, maar lopen volgens WWF inmiddels achter op internationale frontrunners, vooral in het zetten van stappen buiten de eigen keten. Bovendien is het aandeel conventionele palmolie in Nederland de afgelopen drie jaar licht gestegen, mede door export naar markten met lage RSPO-vraag. De veevoerindustrie blijft daarnaast achter in transparantie.


Aanbevelingen aan bedrijven

WWF en RSPO formuleerden gezamenlijke aanbevelingen voor bedrijven: stel sterke en publiek toegankelijke ontbossings- en conversievrije commitments vast, werk met traceerbare en bij voorkeur Segregated palmolie, koop uitsluitend in bij leveranciers met een integraal duurzaamheidsbeleid, investeer in landschapsherstel, kleine boeren en natuurprojecten, zorg voor volledige ketentransparantie inclusief indirecte leveranciers, en bereid je tijdig voor op de EUDR — waarbij wordt benadrukt dat bedrijven verder moeten gaan dan minimale compliance.