Verwonderingen van Gerrit 

Freycinet en Astra Calvé

Kortgeleden koos Nederland een nieuwe Tweede Kamer. Terwijl politici zich buigen over de problemen van vandaag, vraag ik me af of zij beseffen hoe lang wetten kunnen doorwerken. De fabriek waar ik destijds in Frankrijk werkte, is daar een voorbeeld van: hoe een Franse wet uit 1879 medeverantwoordelijk is voor de opkomst in 1930 en de ondergang in 2000 van deze fabriek.


In de 19e eeuw was het transport over water door de Franse kanalen het belangrijkste middel om de industrie van grondstoffen te voorzien. Vanwege het heuvelachtige terrein hadden deze kanalen veel sluizen. De afmetingen van het grootste schip dat door zo’n kanaal kan varen, worden bepaald door de afmetingen van de kleinste sluis.


Destijds was transport over water het kloppende hart van de Franse industrie. Om die te stimuleren, bepaalde minister Freycinet in 1879 bij wet dat alle sluizen voortaan 40 meter lang en 5,2 meter breed moesten zijn – precies groot genoeg voor de péniche, het grootste binnenvaartschip van die tijd met een laadvermogen van 300 ton. Er zijn vandaag de dag nog steeds meer dan 2000 van deze sluizen in Frankrijk.


Astra Calvé had in 1930 een paar kleine margarinefabriekjes in de buurt van Parijs. Deze werden van gehydrogeneerde walvistraan voorzien vanuit Zwijndrecht. De volledig geraffineerde vetten werden in zakken en in fusten vervoerd per spoor en het laatste stuk per wagen. De verpakkings- en transportkosten waren hoog: bijna 700 Franse frank per ton product (de Franse frank in 1930 was ongeveer 0,5 euro waard). Ook moesten er invoerrechten betaald worden over het gehydrogeneerde en geraffineerde product.


Door de investering in een raffinaderij met hydrogenering en een centrale margarinefabriek bij Parijs kon ruwe olie als grondstof gebruikt worden. Walvistraan werd vanuit de ruwe olietanks in de regio Rotterdam per péniche over de Maas, de kanalen in Noord-Frankrijk, de Oise en de Seine vervoerd. De kosten van dit transport waren slechts 114 Franse frank per ton olie. Ook was de ruwe olie vrij van invoerrechten.


Deze enorme besparing kon bereikt worden door het standaardiseren van de sluizen volgens de wet van minister Freycinet, waardoor één type schip – de péniche – op vrijwel alle kanalen kon varen en de beschikbare sluisruimte optimaal werd benut, wat het vervoer per ton product veel goedkoper maakte dan met kleinere schepen of vervoer per spoor.


In de jaren 90 van de vorige eeuw waren de transportkosten over de weg drastisch verlaagd. Transport van geraffineerde olie per tankauto was per ton ongeveer even duur als het transport van ruwe olie per péniche. Ook de transporttijd daalde van ongeveer 1 week per schip naar minder dan 1 dag per tankauto. Het vergroten van schepen om kosten te besparen kon niet vanwege de afmetingen van de vele sluizen. Daardoor werkte de wet van Freycinet hier juist in het nadeel.
Veel fabrieken langs de Franse kanalen zijn hiervan het slachtoffer geworden. Ook de fabriek van Astra Calvé werd gesloten.


Kunnen we dit minister Freycinet kwalijk nemen? Absoluut niet!
Men kan van een wetgever niet verwachten dat hij meer dan 100 jaar vooruit kan kijken. De standaardisering van de sluizen was in 1879 de juiste beslissing. Latere regeringen hadden de wet kunnen aanpassen om grotere schepen te faciliteren. Maar het vergroten van meer dan 2000 sluizen vergde een te grote investering die niet rendabel was. We moeten accepteren dat zelfs de beste technische oplossingen niet het eeuwige leven hebben.


Foto 1: Charles Louis de Saulces Freycinet (1828 - 1923)

Foto 2: De “Freycinet” sluis bij Frouard in de Lorraine met een péniche.

Foto 3: De fabriek van Astra Calvé in Asnières in 1995

Gerrit van Duijn, met roots in Delft en een PhD in technische wetenschappen, heeft decennialang gewerkt in de wereld van olie en vet, onder andere bij Unilever en MaasRefinery. Nu Gerrit met pensioen is, deelt hij zijn verwonderingen en ervaringen als columnist in ons magazine. De komende negen edities lees je elke keer een nieuw verhaal uit de reeks - Verwonderingen van Gerrit.